Arie WITZIER
• Arie Witzier vertelt graag over het werk in de polder.
• Arie Witzier vertelt graag over het werk in de polder. Foto: Anne Marie Hoekstra

Goudriaanse strijder tegen muskusrat blikt terug

13 juni 2019

Het aantal muskusratten in de regio is flink afgenomen sinds Arie Witzier met zijn vak als muskusrattenbestrijder begon.
Ooit ving hij samen met collega’s 1400 van deze knaagdieren op een dag. Vorig jaar waren het er ongeveer 500 in een heel jaar.

Arie beschrijft zichzelf als een buitenmens, iemand die geniet van flora en fauna in de polder. Maar een muskusrat doden kost hem geen enkele moeite. “De muskusrat is eigenlijk geen rat”, legt hij uit. “Het dier is familie van de woelmuis. De belangrijkste reden voor de bestrijding is dat hij een gevaar vormt voor de dijken.” De vermenigvuldiging gaat snel. “Een vrouwtje heeft gemiddeld drie worpen per jaar, met gemiddeld zes jongen per nest. En een jong vrouwtje kan in het jaar van haar geboorte al haar eerste jongen werpen.”

Een kuub grond
“Een muskusrat verzet een kuub grond per jaar. Hij maakt zijn nestkom boven de waterlijn. We hebben een keer een nest met gangen gevonden waar 5,5 kuub grond in moest. Een andere keer belandde een asfaltwagen op zijn kop in de wetering, klem tussen de oevers, omdat er een nest onder de weg was gegraven. Ook de landbouw lijdt schade. Vee kan bijvoorbeeld een poot breken als gevolg van de gaten in het land.”

Helder ijs
Aan onder andere vraatsporen, graafschade of keutels kan Arie zien of de dieren zich ergens schuilhouden. Na een periode met vorst heeft hij een ander trucje. “Als er helder ijs ligt, heb je een gouden periode. Dan kun je overal komen en zie je direct of een nestkom bewoond is of niet, want de muskusrat brengt humus uit zijn nest mee naar boven. Dat materiaal vriest vast aan de onderkant van het ijs.”

Soms verraadt een dier zichzelf op een andere manier. “Ooit zag ik in Langerak een wandelende boerenkool aankomen. Er zat een muskusrat onder die de kool meenam de sloot in.” Lachend: “Hij kon zijn hol niet in, de kool was te groot.”

Topjaar
Het jaar 1991 was qua vangst een topjaar. “In de Alblasserwaard-oost en de Vijfheerenlanden vingen we toen eens op één dag, met veertien man, 1400 ratten. Ook hadden we toen een week met 4.100 vangsten en een maand met 11.226 gevangen muskusratten. In dat hele jaar vingen we er 56.228. Ter vergelijking: in het afgelopen jaar zijn er in hetzelfde gebied ongeveer 500 gevangen. En het ziet ernaar uit dat er dit jaar nog minder gevangen zullen worden.”

Rivierkreeften
“Nu zijn het vooral de Amerikaanse rivierkreeften die voor problemen zorgen. Ze ondergraven oevers, vreten van planten en maken helder water troebel. Ze komen ook terecht in de kooien van muskusrattenbestrijders. Voor ons is het bijvangst; we laten ze weer los. Er is wetgeving in de maak om te bepalen wie ze mag vangen en wat ermee gedaan moet worden.”

Vacature
Ooit was Arie carrosseriebouwer. “Door de economische crisis was er begin jaren tachtig minder aanbod van werk bij het bedrijf waar ik werkte. Ik zag een vacature voor muskusrattenbestrijder en dacht: ik schrijf eens even.” Aanvankelijk werd hij afgewezen, maar een paar maanden later liep hij toch in lieslaarzen naar ‘waterkonijnen’ te speuren.

Vrijheid
“Het is een prachtig vak. Je hebt vrijheid. Ik ben altijd iemand geweest die graag in de polder zit. Bij goed weer ben je vijf dagen in de week buiten bezig. De beesten opsporen, klemmen zetten, controleren. Met slecht weer gingen we stalen kooien maken, want als het stevig gevroren heeft en het heeft ook gesneeuwd kun je niet buiten werken.” Hij wijst op de grote schouw in het voorhuis van de boerderij dat hij samen met zijn vrouw huurt. “Die eerste jaren zat ik hier bij de kachel een kooi en gereedschap te maken. We hadden nog geen steunpunten in de regio.”

Zwaar beroep
Toch was het niet alleen maar leuk. “Ik denk dat het een van de zwaarste beroepen is. Je moet maar eens bij 32 graden in een waadpak gaan staan. En wat denk je van insecten langs de rietkragen; je wordt kapot gestoken. In de herfst sta je soms net voor bruggen te werken, daar komt veel kou onderdoor.”

Rat aan tuigje
De laatste 18 jaar was Arie verantwoordelijk voor het materieel van het muskusrattenbeheer. “Ik hield honderd quads bij en zeker honderd boten, in een gebied van Hellevoetsluis tot Doetinchem en van Zwolle tot Wieringerwerf.” Arie praat nog altijd over ‘we’, maar sinds 9 juni is hij geen muskusrattenbestrijder meer. Hij geniet na 36 jaar bij de bestrijding van zijn pensioen. Dat belet hem niet om met enthousiasme over zijn oude vak te blijven vertellen. Zoals over de muskusrat die hij ‘leerde zwemmen’ aan een staalkabeltje. “Dat was voor een voorlichtingsfilm. Ik moest tien levende dieren naar het Naardermeer brengen. De cameraman wilde een zwemmende rat onder vandaan filmen. Ik had een tuigje om de rat gedaan. Stond er opeens een politieman achter me: ‘Wat bent u aan het doen?’ Ik zei: ik heb beet. En trok ineens die rat uit het water.” Lachend: “De man keek of hij water zag branden.”

Het verhaal van het paard
Er was eens een boer in India. Hij had een prachtige witte merrie, beroemd om haar schoonheid en kracht.
Zelfs de koning had van het bijzondere dier gehoord en hij bezocht de boer persoonlijk om hem te vragen het paard aan hem te verkopen.
Hij had er werkelijk een fortuin voor over.

De boer wees zijn aanbod af.
Dit paard is als een kind voor mij, zei de boer, dus dat verkoop ik niet.
De koning keerde onverrichter zake terug naar zijn paleis en meteen stroomden de dorpelingen het huis van de boer binnen.
Wat was hij stom geweest, vonden zij.
Jij had een rijk man kunnen zijn. Sufferd zeiden zij tegen de boer.
Wie slaat nou zo’n aanbod af? Daar ga je spijt van krijgen.
De boer haalde zijn schouders op.
Wat zijn jullie snel met jullie oordeel, antwoordde hij.
Hoe weten jullie nu dat ik daar spijt van ga krijgen?
Jullie kunnen hooguit zeggen dat ik mijn paard niet heb verkocht aan de koning, dat is alles.
Of het mijn geluk of ongeluk wordt? Niemand weet wat de toekomst brengt.
Op een kwade ochtend zag de boer dat het hek van de wei openstond; zijn paard was verdwenen.
Nu had hij en geen kapitaal en geen werkpaard meer.
Zodra het nieuwtje zich had verspreid, kwamen de 
dorpelingen direct hun gelijk halen.
Zie je nou wel, jij had een rijk man kunnen zijn en nu heb je niets.
Wij hebben het je gezegd: het aanbod van de koning negeren is jouw ongeluk geworden. De boer schudde  zijn hoofd.
Wie zegt dat? Jullie kunnen alleen constateren dat mijn merrie nu weg is.
Of dat mijn geluk of ongeluk is, dat weten jullie niet.
Na een week te zijn weggebleven kwam de merrie op een mooie avond terug met wel vijftien wilde paarden in haar kielzog.
De boer hoefde alleen het hek maar open te zetten, ze liepen zo de wei in.
De 
dorpelingen hadden de kudde natuurlijk al zien aankomen en zij wisten niet hoe snel zij bij de boer moesten zijn.

Ongelooflijk, zeiden zij.
Jij had gelijk, het is je geluk geworden.
Jij bent nu een rijk man en jij hebt je eigen merrie weer terug.
Wij geven het toe, wij zaten fout.

Wat een waanzin, zei de boer.
Laat het nou toch eens bij de constatering dat mijn merrie is teruggekomen en koppel daar niet meteen geluk of ongeluk aan.
Jullie weten het gewoon niet.
Maar de dorpelingen wisten het wel degelijk en feliciteerden de boer met zijn briljante beslissing om de merrie niet te verkopen aan de koning.
Nu had de boer één zoon en op hem rustte de mooie taak de wilde paarden te temmen.
Op een ochtend verzette één paard zich zo heftig dat de jongen werd afgeworpen.
Hij kwam ongelukkig terecht onder een paardenhoef die zijn been verbrijzelde.

Rampzalig, zeiden de dorpelingen, die toestroomden om de boer te troosten.
Iedereen wist immers dat kinderen je oudedagvoorziening zijn; wat moet je nu met een kreupele zoon?
De boer werd een beetje moe van al die oordelen.
Leren jullie het nou nooit? Vroeg hij zich wanhopig af.
Mijn zoon heeft zijn been verbrijzeld, laat het daar toch eens bij!
Jullie weten niet of dat mijn ongeluk is. Het kan mijn geluk wel zijn.
De dorpelingen verbaasden zich over zoveel domheid. Het was toch klip en klaar?
Hoofdschuddend lieten zij de boer achter bij zijn gewonde kind.
Op weg naar huis dacht iedereen stilletjes: blij dat mijn zoon dat lot bespaard is gebleven!
Een jaar later brak de oorlog uit.
Alle jongemannen moesten naar het front, maar de strijd was al vrijwel verloren.
De kans dat je levend van het front zou terugkeren was minimaal.
De enige die niet naar het front hoefde, was de kreupele zoon van de boer.
Met gebogen hoofd groetten de dorpelingen de boer en zeiden: Jij had weer gelijk: jij bent gezegend met jouw kreupele zoon.
Het ongeluk was bij nader inzien toch je geluk.”
De boer zei niets meer.

Cookies
Bij een bezoek aan een website wordt er veelal een bestand of meerdere bestanden geplaatst [Cookies] op uw Mobiele telefoon, i-Pad, Notebook of Desktop.

Deze cookies kunnen een ongewenst effect hebben, nl. dat u digitaal kan worden gevolgd en dat kan leiden tot vele ongewenste aanbiedingen.
Het is mogelijk alle cookies van uw device te verwijderen en of te voorkomen dat er nieuwe cookies worden geplaatst.
 
Functionaliteiten van cookies
Content prestaties meten
Basisadvertenties selecteren
Prestaties van advertenties meten
Gepersonaliseerde content selecteren
Producten ontwikkelen en verbeteren
Gepersonaliseerde advertenties selecteren
Een gepersonaliseerd content profiel aanmaken
Informatie op een apparaat opslaan en/of openen
Een gepersonaliseerd advertentieprofiel aanmaken
Marktonderzoek toepassen om inzichten in het publiek te genereren
Precieze geolocatie gegevens gebruiken
Technisch leveren van advertenties of content
De apparaat kenmerken actief scannen voor identificatie
Beveiliging verzekeren, fraude voorkomen en fouten opsporen

Ongewenste telefoongesprekken
Op uw mobiele telefoon kunt u telefoonnummers blokkeren.
Met veelal 1 klik wordt u [b.v. bij het avondeten] niet meer lastig gevallen door een direct marketing bureau.
U ontvangt dan geen telefoongesprekken, berichten, e-mails of Face-Time gesprekken van telefoonnummers op de blokkeringslijst.
Geblokkeerde telefoonnummers kunnen worden gedeblokkeerd.

 

 

Wat de leden uit hun Probusclub halen hangt grotendeels af van wat zij er zelf instoppen.
Wie dan leeft, die nu zorgt.
 
JOPLIN
Je kunt het heden verwoesten door je teveel zorgen te maken over de toekomst.
 
William Bilderdijk
In ‘t verleden ligt het heden, in het nu, wat worden zal.
 
Stelling bij het proefschrift van M Wymenga, Rijksuniversiteit Groningen, 1999
Veel mensen danken hun goede geweten aan hun slechte geheugen.
 
Cineast H Achternbusch, International Film Festival Rotterdam 2013
Je hebt geen schijn van kans, maar benut hem.
 
Probusclub Oost Zeeuwsch-Vlaanderen
Het is zaak dat leden zich niet te gemakkelijk afmelden.
Met het aanvaarden van het lidmaatschap heeft men ook de toetredingscriteria aanvaard, waaronder zo hoog mogelijke presentie op de bijeenkomsten.
Is men desondanks niet in de gelegenheid om een bijeenkomst bij te wonen, dan dient men zich uiterlijk dinsdag, voorafgaand aan de bijeenkomst, af te melden bij de “Directeur de Protocol”